Laatst bijgewerkt op september 11, 2024

24 Uur in één van de meest imposante hoofdsteden van Europa, Boedapest. Na een warme autorit vanuit het zuidelijk gelegen Pécs, kwam het ons daarom helemaal niet slecht uit dat Boedapest onder andere bekend staat om haar badhuizen. We waren niet veel langer dan een half uur in de stad, toen onze handdoeken lagen en wij dus even later zelf ook. Aankomen in een stad waar je altijd al benieuwd naar bent geweest en beginnen met even een paar uur helemaal niets doen. Heerlijk.

Bezoek badhuis Szechenyi

En in Boedapest heb je ook eigenlijk geen keuze. De stad telt 123 thermale- en 400 mineraalbaden. Selectief als we zijn kozen we één van de vier beste badhuizen van de stad, Szechenyi. Vijftien indoorbaden, drie buitenzwembaden, sauna’s, stoomcabines en massages. Genieten hoor, na een autorit en een bezoek aan de stad voor de boeg. Mocht je ooit in Boedapest zijn en zoveel mogelijk uit je bezoek aan dit badhuis willen halen, kom dan vroeg. Om 19.00 gaan sauna’s, massagesalons en stoombaden dicht. Oh en verheug je niet op een dutje in het zand, op het gras of een heerlijk strandbed. Steen is waar je op ligt. Maar ach, je went eraan.

Szechenyi bad

Breng een bezoek aan een kert

Na een paar uur relaxen werd het tijd om te eten. Het was al laat, dus een snelle hap leek ons het meest effectief. Sorry, helaas geen gouden tips op culinair gebied dus. Gouden tip is wel om een bezoek te brengen aan één van de vele kerts die de stad rijk is. Een kert is een soort ruin bar. Een bouwval of leegstaand pand wordt omgetoverd tot kroeg. Voor zolang het duurt, want een nieuw bestemmingsplan voor het pand zorgt voor het einde van de tijdelijke kroeg. Sommige kerts bestaan echter al meerdere jaren. Wij bezochten de bekendste, Szimpla Kert.

Szimpla Kert

In iedere andere stad loop je snel door als je een kroeg ziet met de look and feel van een Hongaarse kert. Het lijkt alsof het niets anders kan betekenen dan drugs, lokaal zwart geld en louche figuren. Niets blijkt minder waar als je eenmaal binnen bent. Een tijdelijk pand, omgetoverd tot kroeg met werkelijk alles wat voor handen was. Een oude auto is omgetoverd tot zitplaats, posters, vlaggen en verkeersborden van Joost mag weten wat versieren de muren en al het andere wat normaal gesproken al jaren bij het grofvuil had moeten liggen, dient nu als versiering van één van de populairste kroegen van de stad. De sfeer is er enorm relaxed, mensen van over de hele wereld ontmoeten elkaar en het drinken is er relatief goedkoop. Een bepaalde muziekstijl is er niet. Ergens achterin speelt een lokale band, buiten hoor je, als je goed luistert, andere muziek en op de bovenverdieping is het zelfs stil. Het doet niets af aan de sfeer.

Na een heerlijk, heldere Heineken vonden wij het tijd om heerlijk, helder naar het hotel te lopen. Maar toen moest het mooiste van Boedapest nog komen. We moesten de Donau oversteken om bij ons hotel te komen en daar hebben we ongeveer twee uur over gedaan. Niet omdat de Donau zo breed is, maar omdat het uitzicht vanaf Pest naar Buda (of andersom), zo adembenemend mooi is, dat het haast onmogelijk is om vol te houden dat je moe bent en niets liever wilt dan slapen.

Parlementsgebouw ’s avonds

Maar om de Donau te bereiken, liepen we eerst langs het parlementsgebouw. Alleen dat kostte ons al een half uur. Bijna in koor zeiden we tegen elkaar dat dit toch wel met afstand het mooiste gebouw is dat we ooit gezien hebben. Statig, luxe, perfect symmetrisch en hoe dichterbij je komt, hoe mooier het wordt. De Rolls Royce onder de gebouwen.

Parlementsgebouw ’s avonds

Parlementsgebouw overdag

De koningin van de Donau

En net toen we dachten dat dit qua uitzicht of architectuur zo ongeveer wel het beste is dat Boedapest te bieden heeft, stonden we elkaar weer vol verbazing aan te kijken toen we de Donau bereikten. Met de bijnaam ‘De koningin van de Donau’ wordt de schoonheid van de gemiddelde koningin flink overschat. Bezoekjes aan kerts, badhuizen, pleinen en horeca kan allemaal ingewisseld worden voor een lange, stille nacht aan de oevers van de Donau. En volgens ons maakt het niet eens uit aan welke kant van de stad je bent. Vanuit Pest is het schitterend, vanuit Buda is het niet minder.
Acht bruggen verbinden het ene stadsdeel met het andere. De zogenoemde Kettingbrug is de mooiste. En ach, als we het mooiste badhuis en de mooiste kert al hebben bezocht, laten we dan ook de mooiste brug maar kiezen als laatste trekpleister naar ons hotel. En over trekpleisters gesproken; na een dag Boedapest, behoort je bed daar ook toe. De stad is groot, bezienswaardigheden liggen ver uit elkaar en tijd, goede schoenen en een goede bodem behoren tot de basisbenodigdheden voor een rondje sightseeing.

Eén van de acht bruggen die Buda en Pest met elkaar verbinden

De volgende ochtend sloten we Boedapest in stijl af door een bezoek aan de Citadel heuvel voor een laatste prachtige panorama van de stad en een snel kijkje bij het indrukwekkende Vissersbastion. Allebei ook zeker de moeite waard en misschien zelfs zonde als je het overslaat.

Uitzicht vanaf de Citadel heuvel

Vissersbastion

Oh en waarschijnlijk raad je het al, maar hier komt de gouden tip: pak hiervoor de auto, hop-on hop-off bus of taxi. Goed voor de gemoedstoestand van de kuitjes.  Wij kozen de auto, om hierna direct door te kunnen naar Praag.
Wil je meer informatie en inspiratie opdoen over een bezoek aan Hongarije, lees dan ons verhaal over Pécs: 24 uur in Pécs, Hongarije.